Duurzame architectuur en stedenbouw; plekken met eigenheid
Voor architect Arnold de Bruin gaat duurzame architectuur en stedenbouw over de eigenheid van een plek. Hoe maak je die zichtbaar en hoe bewaak je die tijdens het ontwerpproces?
Leestijd: vier minuten
Tekst: Karijn Kats
Fotografie: Roos Aldershoff
Renders: Studio Groen+Schild, Mulderblauw
Vragen
Wie Arnold een vraag stelt, krijgt er nieuwe vragen voor terug. Hij heeft geen pasklare antwoorden, maar formuleert vragen die gesteld moeten worden om tot een kloppend antwoord te komen. Arnold: 'Voor mij gaat duurzaamheid niet alleen over de CO2-uitstoot of hitte-stress, maar vooral over de kwaliteit van een plek, de ruimte tussen de gebouwen. Hoe gaan mensen die ervaren en willen mensen er over 50 jaar nog wonen en werken?'
De puzzel die ontstaat door alle belangen en belanghebbenden in een project vind ik heel interessant.
Eigenheid zichtbaar maken
Duurzaamheid betekent plekken maken met karakter. Dat kan op verschillende manieren. Soms had een locatie karakter, maar is die in de loop der jaren vervaagd. 'Dan is de vraag hoe je de eigenheid van een gebouw of een plek weer zichtbaar kan maken en in je ontwerp in kan zetten voor verbetering in de toekomst,' stelt Arnold.
Hij geeft een voorbeeld aan de hand van een opdracht voor De Parabool. De zorginstelling heeft één hectare van een groot stuk boerenland aangekocht. Studio Groen+Schild maakt een ontwerp voor de herbestemming van de bestaande boerderij tot een gebouw voor dagopvang en ontwerpt drie gebouwen met woningen voor 24 cliënten op het erf. De gemeente Olst-Wijhe stelt daar wel belangrijke voorwaarden bij. Zij doet dit op basis van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving. Dat betekent dat De Parabool moet investeren in het verbeteren van de locatie.
Arnold noemt een voorbeeld: 'Op de grond die De Parabool heeft aangekocht staan verwaarloosde fruitbomen. Als de zorginstelling de boomgaarden herstelt, en weer gaat gebruiken, verbetert zij de kwaliteit van het gebied. In ruil daarvoor krijgt De Parabool toestemming van de gemeente om hier woongebouwen te realiseren. We bedenken geen nieuw verhaal, maar maken gebruik van bestaande elementen, van de eigenheid van de plek. Hiermee geven we historische waarde weer een nieuwe toekomst. De cliënten die er gaan wonen kunnen er van genieten; vanuit de gemeenschappelijke huiskamers heb je uitzicht op de mooie boomgaarden.'
Verschillende belangen
Arnold gaat verder: 'Een ander belangrijk onderdeel van de ontwerpopgave voor deze locatie is: hoe creëren wij een goede inpassing van de nieuwe functie zonder dat de buren hun gevoel van landelijk wonen verliezen?' Daar is veel afstemming voor nodig, want alle betrokkenen hebben eigen belangen. Een belangrijk deel van Arnolds werk bestaat dan ook uit overleggen en in gesprek gaan met belanghebbenden. Daarnaast is de opgave complex door bijvoorbeeld prijsstijgingen van materialen en de stikstofproblematiek. De puzzel die ontstaat vindt Arnold heel interessant: 'Ik maak graag iets waar alle belanghebbenden, zoals de opdrachtgever, de gemeente en omwonenden blij mee zijn.'
We slaan herinneringen aan plekken op in ons collectief geheugen, dat heeft waarde.
Collectief geheugen
Stedenbouw gaat over de lange termijn. Arnold ontwerpt het liefst gebouwen die lang meegaan, die niet ontworpen zijn voor een hele specifieke tijd. En die van gebruik kunnen veranderen in de toekomst. Plekken met betekenis worden gekoesterd, mensen willen ze graag behouden. Hij ontwerpt dan ook graag ruimtes die karakter hebben, herkenbaar zijn. Dat vinden mensen belangrijk, meent Arnold: 'Hun omgeving is onderdeel van hun identiteit. En we slaan herinneringen aan plekken op in ons collectieve geheugen, dat heeft waarde.'
De ontwikkeling van het Havenkwartier in Deventer, een inbreiding in de stad waarbij de geschiedenis behouden is, is voor Arnold dan ook een sterk voorbeeld van duurzame stedenbouw. 'Het Havenkwartier is populair vanwege de Grijze en Zwarte silo en een aantal andere industriële gebouwen die opnieuw in gebruik genomen zijn nadat ze heel lang leeg stonden. Het gebied en het gebruik van die panden zitten in ons collectief geheugen en bepalen het karakter van het Havenkwartier. De eerste havenarm is in de afgelopen decennia ontwikkeld vanuit een sterk besef van de geschiedenis. Er is een nieuwe wijk gecreëerd met wat er al was. En daar zijn eigentijdse gebouwen aan toegevoegd. De eigenheid die de plek al had, is omhoog getild.'
In het Havenkwartier is een nieuwe stadswijk gebouwd met wat er al was. De kwaliteit die de plek al had, is omhoog getild.
Complex
Zoals een goed doordacht Programma van Eisen belangrijk is voor het ontwerp van een gebouw, zo zijn heldere stedenbouwkundige randvoorwaarden belangrijk voor de ontwikkeling van een locatie. In een langlopend proces met verschillende belanghebbenden en betrokkenen is het noodzakelijk om terug te kunnen grijpen heldere uitgangspunten en kaders.
Bij de herontwikkeling van het terrein van Roto Smeets in Deventer zijn die kaders inmiddels helder. De transformatie van de locatie van een voormalige drukkerij naar een duurzaam woon- werkgebied met een stedelijk karakter krijgt vorm. Een deel van de bestaande gebouwen is industrieel erfgoed. Deze blijven behouden en krijgen een nieuwe functie. Het verhaal van de voormalige drukkerij blijft bestaan. Studio Groen+Schild is als één van de vijf architecten betrokken bij het ontwerpproces van de nieuwe wijk. Arnold: 'In ROTO komen op straatniveau bedrijven en winkels, die herkenningspunten in de straten vormen. Daarboven worden verschillende typen woningen ontwikkeld. Koppels van architecten werken samen aan het ontwerp van één blok. Lijnen in de gevels lopen door, maar de bouwdelen krijgen ook hun eigenheid. Hierdoor worden de blokken divers en daardoor herkenbaar in de wijk.'
Lange adem
Veel van de projecten waar Arnold aan werkt kennen een langlopend proces. Soms wel vijf tot tien jaar. Dat vindt hij soms best lastig. 'Geduld hebben is noodzakelijk. Ik denk dat de crux is dat je voor ogen houdt wat voor jou belangrijk is. Waar stop je je energie in? Met mijn ontwerpen wil ik bijdragen aan een duurzame omgeving. Ik wil waarde toevoegen door gebouwen en plekken te maken met karakter, met eigenheid, plekken die lang meegaan. Plekken met waarde.