Duurzaamheid vraagt om een andere manier van ontwerpen

Interieurarchitect Kim Mazeland fungeert binnen de studio als pionier op het gebied van duurzame interieurs. Hoe ze samen met haar collega's komt tot ontwerpen die leiden tot minder CO2-uitstoot vertelt ze in dit artikel.

Leestijd: vier minuten

Tekst: Karijn Kats

Fotografie: Mike Bink, Sebastian van Damme

Nieuwe generatie ontwerpers

Kims interesse voor duurzaam ontwerpen was al groeiende toen ze voor haar master aan de HKU het Hof van Cartesius in Utrecht bezocht. Deze groene werkplek voor creatieve, duurzame ondernemers is circulair gebouwd. Er wordt op allerlei manieren met circulariteit geëxperimenteerd. Ondernemers bouwen bijvoorbeeld met tweedehands materialen en zorgen er voor dat de gebruikte materialen opnieuw inzetbaar zijn. 'Een voorbeeld voor de nieuwe generatie ontwerpers,' zo sprak haar docent tijdens de rondleiding over het terrein. Kim: 'Dat raakte me, ik kon niet meer negeren dat ik hier iets in te doen had.'

Haar belangstelling nam verder toe. Voor haar opleiding ging ze experimenteren met natuurlijke reststromen. 'Ik heb onderzoek gedaan naar de kwaliteiten van sinaasappelschillen. Met experimenten probeerde ik er een interieurmateriaal van te maken. Dit is mij helaas niet gelukt maar er bestaat nu wel sinaasappelleer.' Kim lacht: 'Ik was op een gegeven moment nogal geobsedeerd door circulariteit en zag vooral wat ik niet goed deed. Nu heb ik een betere balans gevonden. Thuis doe ik mijn best, maar ben ik niet het beste meisje van de klas en dat is ok. In mijn werk voel ik de noodzaak om samen met anderen een strategie te bedenken waardoor we een ontwerp nog duurzamer kunnen maken.'

In mijn werk voel ik de noodzaak om te pionieren

Grip krijgen

Inmiddels is ze op dit gebied de specialist van de studio. Gevraagd en ongevraagd gaat Kim het gesprek aan met haar collega's en opdrachtgevers. Kim: 'Het voelt als een verantwoordelijkheid. We werken aan grote projecten waarbij veel materiaal gebruikt wordt. Wij hebben impact, dus laten wij vooral ontwerpen maken die leiden tot minder CO2-uitstoot.'

Om meer grip te krijgen op het scala aan mogelijkheden om duurzamere ontwerpen te maken, gebruikt de studio het 7R-model. Dit veelgebruikte model biedt zeven praktische manieren om een ontwerp circulair te maken. Dit zijn rethink, reuse, reduce, repair, refurbish, recycle en recover. 'We krijgen hiermee helder op welke van die strategieën wij de focus leggen in een project.'

Veranderende esthetische overwegingen

Een goed ontwerp start voor Kim altijd met rethink: onderzoeken of een ontwerpoplossing een duurzamer alternatief kent. Kim: 'Het gebeurt dat een opdrachtgever bij ons komt voor een complete renovatie van een kantoorpand. En dat na onderzoek blijkt dat met een kleinschalige verbouwing het gebouw weer voldoet.'

De verhoogde aandacht voor het verminderen van afval (reduce) leidt ook tot heroverwegingen in het ontwerpproces (rethink) en tot meer overleg met interieurbouwers. Zo werd Kim samen met collega Loran van Kampen uitgenodigd voor een bezoek aan de oogsthal van een interieurbouwer, een voorloper op het gebied van duurzaamheid. In deze hal staan gebruikte materialen en maatwerk dat van gebruikte materialen is gemaakt. Kims oog viel daar op een meubel dat uit verschillende houtstukken was opgebouwd, waardoor er geen reststukken overbleven. 'Het had een heel leuk patroon met overal naden die niet precies uitgelijnd waren. Terwijl wij in onze ontwerpen altijd alles graag uitlijnen. Naden moeten exact stroken met de pootjes.' Het gaf de ontwerpers te denken: is het nodig om in de uitgangspunten van het ontwerp allerlei eisen te stellen aan de uitlijning en maatvoering als daardoor meer restafval ontstaat? 'Nee', was de conclusie. 'We maken de tekeningen voor uitvoerende partijen nu niet meer waterdicht. Als naden en voegen zo worden gepositioneerd dat ze bijdragen aan zero waste, willen we daarover in overleg. We vragen de interieurbouwer onderzoek te doen. Dat is soms spannend, maar het leidt tot ontwerpen die mooi zijn en geen afval kennen.'

Wij hebben impact met onze ontwerpen

Duurzaamheid als kernwaarde

Het reduceren en hergebruiken van materiaal vormt soms zelfs de basis van een ontwerp. Voor het interieur van een gebouw van Hogeschool Rotterdam was het uitgangspunt dat er slechts drie materialen gebruikt werden: onbehandeld gerecycled aluminium, hout en gerecycled plastic. 'Minder soorten materiaal leidt tot minder transport en geen tot weinig restafval,' vertelt Kim. 'Als je twintig producten van hetzelfde materiaal maakt kan je veel gunstiger omgaan met het materiaal dan als je twintig producten van tien verschillende materialen maakt. Zo gebruikten we voor het interieur van de mediatheek slechts twee materialen. Dat geeft een helder en vanzelfsprekend beeld.'

Recent werd een modulaire inrichting voor het Jacoba Mulderhuis van de Hogeschool van Amsterdam opgeleverd. De hogeschool had een hoge duurzaamheidsambitie voor het interieur: toekomstbestendig, aanpasbaar en modulair waren vereisten en tegelijkertijd was er de wens om tot een subtiel en studentproof interieur te komen. 'Modulaire ontwerpen zijn vaak ook kwetsbaar dus het was best wel zoeken,' vertelt Kim. Na lang experimenteren zijn er modulaire frames ontwikkeld waar Kim trots op is: 'De frames zijn toekomstbestendig, door de modulaire techniek kunnen ze vergroot of verkleind worden, passend bij de wens van dat moment. Daarnaast is er de mogelijkheid om een bibliotheekkast toe te voegen met schappen die op verschillende functionele manieren in de kast geplaatst kunnen worden. De gordijnen ondersteunen de flexibele onderwijsvisie, verbeteren de akoestiek en creëren tegelijkertijd beslotenheid in het atrium.'

Wat we mooi vinden verandert doordat duurzaamheid steeds belangrijker wordt

Innovaties

Voor sommige veelgebruikte materialen is het soms zoeken naar goede alternatieven. HPL (High Pressure Laminate) wordt bijvoorbeeld veel gebruikt als afwerking van keuken- en werkbladen. Het is kras- en slagvast en gaat weliswaar lang mee, maar is niet of weinig herbruikbaar. Gelukkig experimenteren fabrikanten volop met materialen en komen er betere alternatieven op de markt. 'Voor het Hoogheemraadschap van Rijnland hebben we textileboard voorgesteld als alternatief voor HPL. Dit is gemaakt van gerecyclede stoffen die op elkaar geperst zijn. Het heeft trouwens een blauwtint die mooi past bij het land- en waterconcept dat we daar toepassen.' En voor het Montessori College in Eindhoven wordt gewerkt met een biobased laminate, bestaande uit organisch restmateriaal zoals gras, schelpen en rijstschillen.

Nieuwe ontwerptaal

Kim vindt het proces om te komen tot circulaire ontwerpen heel interessant. 'Wat we mooi vinden verandert doordat duurzaamheid zwaarder gaat wegen. We krijgen een andere ontwerptaal.' Een mooi voorbeeld van een circulair ontwerp is de Turmac Cultuurfabriek waar de houten volumes zijn bekleed met oude vloerdelen uit een slooppand. Kim: 'Ontwerpen moeten mooi en waardevol zijn, dan gaan gebruikers er zuinig en respectvol mee om. Maar duurzaamheid is nu en in de toekomst belangrijker dan het streven naar een esthetisch perfect ontwerp.'