Luisteren zit in ons DNA

Een goed ontwerp maken voor een onderwijsinstelling zonder de gebruikers er bij te betrekken? Dat is ondenkbaar voor Loran Kampen, projectleider bij Studio Groen+Schild. In dit artikel legt ze uit waarom.

Leestijd: vier minuten

Tekst: Karijn Kats

Fotografie: Jannes Linders, Sebastian van Damme

Studeren in een glazen kubus

Pas jaren nadat Loran was afgestudeerd aan de Kunstacademie in Maastricht begreep ze welke impact het gebouw heeft gehad op haar beleving van de opleiding architectonische vormgeving. Het gebouw, een markant ontwerp van Wiel Arets, is een grote kubus opgebouwd uit glazen bouwstenen. 'De verdieping waar wij zaten was ingericht als één groot atelier,' vertelt Loran. 'Het interieur was robuust, puur en eerlijk, ik vond het prachtig. Alle betonkolommen waren bijvoorbeeld in het zicht. Als we een presentatie gaven, prikten we ons werk op flexibele panelen die we tussen de kolommen klemden. Het gebouw zorgde ervoor dat hetgeen we maakten de aandacht kreeg. Wat ook fijn was, was dat we met alle jaargangen van de opleiding bij elkaar zaten op één verdieping. Dat schept een band.'

Zonder workshops zijn we veel langer zoekende

Luisteren naar de gebruiker

Loran voelde zich als student verbonden met het gebouw waarin ze studeerde. Die verbinding vindt ze, nu ze projectleider is, noodzakelijk voor een goed ontwerp. Verbinding creëren begint met heel goed luisteren. Loran: 'We kunnen alleen een goed ontwerp maken als we dat samen met de toekomstige gebruikers doen. Bij het ontwerpproces van een onderwijsomgeving willen we van alle betrokkenen weten wat er nodig is en wat de wensen zijn. Daarom organiseren we tijdens het totale ontwerptraject diverse workshops waarbij een afvaardiging van alle typen gebruikers van het gebouw wordt uitgenodigd. Van student tot manager en van schoonmaker tot docent.'

Tijdens de workshops komen onder meer de functie van de ruimtes, wensen op het gebied van duurzaamheid, de identiteit van het onderwijs en de uitstraling van het interieur aan bod. Loran: 'De gesprekken die ontstaan tijdens deze interactieve sessies zijn voor ons vaak net zo waardevol als de conclusie die we samen formuleren aan het eind van zo'n sessie. Bovendien krijgen we inzicht in de dynamiek van een organisatie. We horen wie er tevreden is, wie ontevreden. Wie onze ambassadeurs kunnen zijn, en aan welke mensen we extra aandacht moeten geven.'

Pleidooi voor groen

De workshops leiden soms tot verrassende uitkomsten. Voor Lab42 bijvoorbeeld, een gebouw van de Universiteit van Amsterdam waarin onderwijs en onderzoek rondom Artificial Intelligence (AI) en digitale innovatie gehuisvest is. Loran: 'Ze houden zich bezig met robotica en onderzoek. Toen ik nog niet met de toekomstige gebruikers van het gebouw gesproken had, dacht ik dat ze behoefte zouden hebben aan een high-tech, laboratoriumachtig concept.' Het tegenovergestelde bleek het geval. 'De workshop bleek één groot pleidooi voor groen. Ze wilden een plek met veel beplanting, natuurlijke materialen en warme tinten.'

Loran vindt de werksessies zowel inhoudelijk als procesmatig een noodzakelijk startpunt. Inhoudelijk omdat het de ontwerpfase richting geeft. 'Zonder workshops zijn we veel langer zoekende.' Procesmatig omdat de kans van slagen zonder workshops minder groot is. 'Een gezamenlijke start creëert enorme betrokkenheid. Mensen voelen zich gehoord.'

Signaalrood grid

Ook in de laatste fase van het ontwerp worden betrokkenen gehoord en eventuele wijzigingen in het ontwerp aangebracht. Zo ook bij Lab42. 'De entree van het pand was hoog en open. Het leek ons goed dat mensen zich geborgen zouden voelen bij binnenkomst. We hadden iets nodig dat het plafond zou verlagen. We ontwierpen een groot technisch grid dat aan kabels aan het plafond zou komen te hangen. Signaalrood.' Loran lacht: 'Dat bleek een brug te ver. Toen zijn we opnieuw gaan ontwerpen. Met het idee: er leiden meer wegen naar Rome. We stelden ons opnieuw de vraag: hoe zorgen we er voor dat mensen een warm welkom ervaren als ze het gebouw betreden? We zijn tot een oplossing gekomen met vilten lamellen die we op verschillende plekken in het gebouw laten terugkomen. Door te luisteren maakte het oorspronkelijke idee een ontwikkeling door die heel goed heeft uitgepakt. Daar zijn wij blij mee.'

Ons werk maakt een nieuw onderwijsconcept zichtbaar

Flexibel en innovatief

In het onderwijs gaan de ontwikkelingen razendsnel. Onder meer omdat een groot deel van het leren online gebeurt, is er fysiek meer ruimte ontstaan om anders te leren. Het interieur moet daarin meebewegen. Zo wordt in het Jakoba Mulderhuis van de Hogeschool van Amsterdam, waar Studio Groen+Schild het interieurontwerp voor maakte, geëxperimenteerd met open leerlandschappen. 'Daar zijn bijna geen leslokalen meer met vier wanden. Studenten kunnen overal in het gebouw werken aan de opdrachten die ze krijgen.'

Ook voor de Rijksuniversiteit Groningen hebben de ontwerpers van de studio een innovatief en flexibel ontwerp ontwikkeld, waarbij kennisdelen en contact maken met mensen (zowel fysiek als digitaal) centraal staat. 'De indeling van deze onderwijsomgeving is volledig flexibel: tafels en stoelen zijn verrijdbaar, opklapbaar en/of stapelbaar. Samen met draaiende wanden, verschuifbare akoestische en beschrijfbare wandpanelen en gordijnen, kunnen ruimtes worden gemaakt die met elkaar verbonden zijn of juist van elkaar gescheiden.'

Dit soort veranderingen zijn ingrijpend. Studenten kunnen daar vaak goed mee omgaan. Zij passen zich snel aan. En bovendien: zij maken relatief kort gebruik van de onderwijsomgeving. Voor medewerkers is dit anders. Zij voelen zich doorgaans meer verbonden met hun werkplek en beoordelen nieuwe initiatieven ook voor de lange termijn. Met zulke veranderingen is het belangrijk dat mensen voorbereid worden op en begeleid in een verandering van didactiek.

Loran: 'In ons werk worden nieuwe onderwijsconcepten zichtbaar. Het geeft nog meer inzicht in hoe er op een nieuwe manier onderwijs kan worden gegeven in een gebouw. We hebben gemerkt dat onze processen en ontwerpvisualisaties een belangrijke bijdrage leveren aan het veranderproces binnen zo'n organisatie.'

Een goed proces draagt bij aan een goed resultaat

Proces minstens zo belangrijk als resultaat

Voor Loran is luisteren naar de ander belangrijk: 'Ik handel zoals ik zelf ook behandeld zou willen worden. Je voelt je ongehoord, misschien wel genegeerd, als je merkt dat er niks is gedaan met jouw stem. Dat wil ik voorkomen. Op onze eigen studio luisteren we ook naar elkaar, het zit in ons DNA. Dat geeft een veilig gevoel, in een projectsetting wil ik dat ook. Ik wil zo dicht mogelijk bij mezelf kunnen blijven en op een gelijkwaardige manier met een ander omgaan.'

Een goede en prettige samenwerking met opdrachtgevers en eindgebruikers tijdens het proces is voor Loran inmiddels minstens zo belangrijk als een goed resultaat. 'Het grootste compliment dat ik kan krijgen is: “wat is er goed naar ons geluisterd.”'